De engste mensen hebben gelijk

Trouw, 10 april 2017

‘Ik twijfel zo’, zei de oude pater, ‘en al zo lang. En ik heb daar zo’n last van’. Zijn vriendelijke gezicht had een radeloze uitdrukking gekregen. We spraken met elkaar over het religieuze leven en alles wat de kerk leert. Hij werd er niet minder somber van. ‘En wat geloof je nog wel?, vroeg ik.

In de verhalen over Jezus staat dat God liefde is, maar de deugd die het meeste geprezen wordt, is die van het geloof. Als Jezus iemand geneest – een blinde, een lamme, een melaatse – is dat vaak door zijn of haar geloof. ‘Je geloof heeft je gered’, zegt hij dan – zonder de zieke eerst een examen dogmatiek of moraal af te nemen.

Door de Verlichting en het enorme succes van het wetenschappelijke wereldbeeld zijn wij geneigd geloof te zien als het instemmen met een serie overtuigingen. Lees de catechismus van deze of gene kerk er maar op na. Hartstikke ingewikkeld en veel is het.

Maar geloof heeft volgens mij niet met een weten buiten jou te maken, maar met een vertrouwen in jou. En dat gaat gepaard met onzekerheid. Je geeft je aan een vriendschap, een liefde, een kind, een taak, een ideaal – en je hoopt dat het goed zal zijn. Dat is helemaal niet leuk of gemakkelijk, want het maakt je kwetsbaar. Je weet nooit zeker dat je goed zit.

De griezeligste en gevaarlijkste mensen ter wereld zijn mensen met in beton gegoten overtuigingen. Populisten, dictators, terroristen, hyperkapitalisten: ze weten precies hoe het zit. En natuurlijk hebben zij gelijk en ‘de ander’ niet. Zelfs al zaaien ze er dood en verderf mee of houden ze ‘de ander’ een leven lang buiten het zicht.

‘En wat geloof je nog wel?’, vroeg ik de oude pater. Zijn antwoord kwam langzaam, peinzend, alsof hij het ter plekke op het spoor kwam. ‘Ik geloof dat ik er mag zijn’, zei hij. ‘En dat ik opgevangen word als ik sterf’. Hij zweeg, ik wachtte. Dan: ‘En ook geloof ik dat de weg van Jezus goed is om te gaan.’

Hij keek me aan en ik voelde mijn gezicht zachter worden. ‘Goede God’, dacht ik, ‘laat ons twijfelen. Maar ontsla ons van onze radeloosheid’.

Verschenen in de Dominicuskrant van de Dominicusgemeente Amsterdam.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *