Hij verwachtte ‘ophef’ over de 50% salarisverhoging van opperbankier Ralph Hamers. Dat zei president-commissaris Jeroen van der Veer in Het Financieele Dagblad. Maar het is veel meer dan dat: het is diepe verontwaardiging. Weer blijkt dat vitale delen van onze samenleving worden geleid door mannen die geen onderscheid kunnen maken tussen hun spel in hun zandbak en de hele speelplaats.
Stel nou dat wij geen losse individuen zijn. Stel nou dat waarheid bestaat. En stel nou dat we het juist van onze kwetsbaarheid moeten hebben. Dan zou het fijn zijn om onderweg wat hulp te krijgen van mensen die verder zijn, die er al geweest zijn.
Drie veronderstellingen, één conclusie. Ik moet snel zijn, haastige bloglezer, anders ben je al afgehaakt. In lange halen, snel thuis (de uitgebreide versie komt nog wel in een boek):
Stel nou dat wij geen losse individuen zijn. Ik (van 1969) groeide op in een tijd waarin het massieve collectivisme van de zuilen werd losgelaten. Vrijheid! Ieder zijn of haar ding! Weg met de dwingende invloed van pastoors, dominees, burgemeesters, van alle autoriteiten! Kies je eigen pad! Wees jezelf!
Dat extreme individualisme was geweldig, maar inmiddels stoten we op de grenzen ervan. Eenzaamheid is een probleem. Identiteit is een vraagstuk. Wie ben ik en waar ben ik van? Of zoals Bas Heijne het formuleert: wat zijn wij van elkaar?
Het is de ‘week van de werkstress’! Wat een kans om iets te doen aan collectief zoeken naar meer balans in onze overspannen arbeidscultuur.
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid maakte een bomvolle website onder de titel ‘Duurzame inzetbaarheid’ – daarmee al verradend dat het niet om welzijn gaat, maar om economisch rendement. Belangrijk, maar het beperkt de scope nogal. (En wat is de link met kaas, nondeju?)
Ik denk na over wijsheid en vergrijzing en doe dat ook als gelovig mens. Dat valt in onze cultuur niet mee, want voor je het weet gaat het over moraal en dogma’s. Over wat je gelooft, en niet dat je dat doet.
Mijn academische opleiding prentte me in: gij zult kritisch zijn. Mijn spirituele zoektocht hamerde erop: je moet van jezelf houden. Vermoeiend hoor, en eenzaam soms ook. De laatste tijd probeer ik van mezelf te laten houden. Voorzichtig, en zonder waarom.
In mijn jongere jaren werd ik gevormd door middelbare school en universiteit. Zelfstandig kritisch leren denken was daar het hoogste doel. Meer nog dan de inhoud van je weten ging het erom dat je kon verantwoorden hoe je het te weten was gekomen. Een kostbare verworvenheid. Verder lezen Fok het kritische individualisme
Ooit kreeg ik er een dochter bij, door de liefde. Pas deed ze eindexamen en op een ochtend vertelde ze ons over de natuurkunde die ze onderwezen had gekregen.
Er was een tijd dat de natuurkunde van de zekerheden was. De wetenschap ontleedde de wereld en bracht haar in kaart. De ruimte voor God werd almaar kleiner: schepping bleek evolutie, emoties bleken psychische of zelfs chemische processen, enzovoorts.
Het is de Goede Week. Al jaren beweeg ik als vanzelf helemaal mee met deze dagen. Telkens ben ik ook een beetje verbaasd als andere mensen dit een gewone tijd vinden, met een ei en wat vrije tijd.
Voor mijn gevoel raken de verhalen van deze week aan de diepste lagen van wie we zijn. Maar hoe vertel ik dat?
Een van de tragische dingen van onze cultuur vind ik dat metaforen nauwelijks worden verstaan of overgedragen. De kerken hebben daar duchtig aan meegedaan, vooral door te doen alsof geloof een kwestie is van dogmatiek en moraal. Geloof gaat, die indruk krijg je soms, over de juiste leer (die hartstikke ingewikkeld is) en over wat je allemaal niet mag.
‘Ik twijfel zo’, zei de oude pater, ‘en al zo lang. En ik heb daar zo’n last van’. Zijn vriendelijke gezicht had een radeloze uitdrukking gekregen. We spraken met elkaar over het religieuze leven en alles wat de kerk leert. Hij werd er niet minder somber van. ‘En wat geloof je nog wel?, vroeg ik.
In de verhalen over Jezus staat dat God liefde is, maar de deugd die het meeste geprezen wordt, is die van het geloof. Als Jezus iemand geneest – een blinde, een lamme, een melaatse – is dat vaak door zijn of haar geloof. ‘Je geloof heeft je gered’, zegt hij dan – zonder de zieke eerst een examen dogmatiek of moraal af te nemen.
Een van de belangrijkste klussen waar je in de tweede helft van je leven voor staat is schaduwwerk. Want alle talenten die je ontwikkelde hebben een schaduwkant. En die kun je niet een leven lang ontlopen. Maar vrees niet: dit werk vraagt niet zozeer om inspanning, maar om ontspanning.
‘Kut’, zegt de vriendin. ‘Nou kom ik zeker in je blog’. Ze kreeg gelijk. Het heeft te maken met iets dat zo belangrijk is, dat we het steeds weer vergeten.